

Projectleider Pim over invloed, kwaliteit en werken aan zijn eigen stad
Als kleine jongen stond ik vol bewondering bij de tekentafel van mijn oom. Stiften in alle kleuren, grote vellen papier en eindeloze vrijheid. Architect zijn leek me het mooiste beroep dat er bestond. En dus werd ik het. Maar in de praktijk bleek die vrijheid kleiner dan gedacht. Veel randvoorwaarden liggen al vast. Ik miste het gevoel dat ik ergens écht invloed op had. En zocht naar minder afhankelijkheid. Toen ik via een oud-studiegenoot op LinkedIn zag dat zij bij een woningcorporatie werkte, dacht ik: waarom niet? Spannend, want ik had jarenlang toegewerkt naar mijn architectentitel. Toch besloot ik het te proberen. En het heeft me meer gebracht dan ik vooraf had kunnen bedenken.

Ik dacht dat ik iets opgaf, maar kreeg juist meer invloed
Mijn achtergrond als architect helpt me hier elke dag. In mijn rol als projectleider stuur ik op kwaliteit, uitvoering én ontwerp. Ik weet waar de gevoeligheden zitten en begrijp het proces van binnenuit. Ik werk nog steeds met architecten, soms oud-collega’s, maar nu vanaf de andere kant van de tafel. En dat betekent: minder afwachten, meer zelf beslissen. Van de verdere uitwerking van de gevel tot het type deurbel en de huisnummering. Dat lijken kleine dingen, maar ze bepalen hoe een gebouw aanvoelt en hoe het gebouw verouderd. En daarmee ook hoe bewoners het ervaren en beleven. Als toekomstig pandeigenaar kijk je nu eenmaal anders naar een ontwerp en uitwerking ervan op de lange termijn. Ik zoek continu de balans tussen esthetiek en kwaliteit. In goed overleg met de architect, maar wel met duidelijke richting.

Werken in en voor je eigen stad maakt alles tastbaarder
Wat ik echt een verrijking vind, is dat ik door de stad fiets en letterlijk zie waaraan ik heb gewerkt. Projecten waar ik bij betrokken was, buurten die zijn opgeknapt, bewoners die beter wonen. Dat maakt mij trots. Geen dag is hetzelfde, van kantoor naar een overleg of naar een bouwlocatie. Allemaal in dezelfde stad. En dat is zó waardevol. Je werk voelt daardoor directer. Dichterbij. Ook het samenwerken met collega’s die allemaal verschillend zijn, geeft me energie. Niet alleen architecten, maar ook bouwlieden, bewonersbegeleiders, ontwikkelaars, financieel specialisten en vooral ook de bewoners zelf. Mensen met uiteenlopende achtergronden en ideeën. Dat maakt het werk menselijk en het houdt me scherp.

Minder druk. Wel resultaat.
Wat ik het meeste waardeer? Dat je hier werkt vanuit vertrouwen. Je wordt losgelaten, krijgt ruimte om je eigen manier van werken te ontwikkelen. En er is minder directe druk. Geen harde, opvolgende deadlines, maar ruimte om te focussen op wat telt. Dat maakt me scherper én rustiger. Volgens mijn vrouw ben ik thuis zelfs een stuk relaxter. En ja, er zijn projecten waar ik trots op ben. Zoals het woonconcept waarin statushouders en jongeren samenwonen in de Startblok-woningen, met veel gedeelde ruimtes en dakterrassen. Of het grote nieuwbouwproject Lieven in Nieuw-West, dat ik van A tot Z heb meegemaakt en waarmee we zelfs meerdere prijzen hebben gewonnen. Maar het meeste plezier haal ik uit de afwisseling: van een overleg op de Zuidas tot een ronde over de bouwsteiger. Juist die combinatie houdt het werk levendig.
Diverse oud-collega’s uit de architectenbranche worstelen met werkdruk en het gevoel te weinig invloed te hebben op het gehele proces. Mijn advies? Kijk eens naar een woningcorporatie. Als het niks voor je is, kun je altijd terug. Maar ik denk dat het je zal verrassen: de vrijheid, de verantwoordelijkheid, de ruimte om te leren. Voor mij was het in ieder geval precies wat ik nodig had.


